Hoewel samen plaatsen van broertjes en zusjes in pleegzorg en adoptie meestal beter is, ontdekte Julie Selwyndat slechte relaties tussen broers en zussen een belangrijke rol speelden in bijna 80% van gezinnen in crisis of na breakdown. En professionals zagen het niet.

Het samen plaatsen van broertjes en zusjes leidt meestal tot grotere stabiliteit van de plaatsing. Ze kunnen zich makkelijker met elkaar verbonden blijven voelen. Scheiding van broertjes en zusjes kan een levenslange impact hebben.
Selwyn onderzocht de relatie tussen broers en zussen in Engelse gezinnen die vanuit pleegzorg hadden geadopteerd: 41 gezinnen waar breakdown had plaatsgevonden en 42 gezinnen waar de plaatsing in crisis was. Bij breakdown wordt een plaatsing verbroken, terwijldat niet de bedoeling was. Omdat adoptieouders bijna nooit opgeven, ligt het percentage breakdown bij adoptie uit pleegzorg opvallend laag: rond de 3 procent.

Onbalans
Slechts bij 18 van de 83 gezinnen in het onderzoek bleken de relaties tussen de broers en zussen normaal te zijn, met een balans tussen positieve en negatieve interacties. In 64 gezinnen waren er vooral negatieve interacties, of extreme wisselingen tussen positieveen negatieve interacties.

Pesten en geweld naar broertjes en zusjes komt het meest voor in gezinnen met huiselijk geweld en kindermishandeling. Vijfenzeventig procent van de geadopteerde kinderen had dit in het oorspronkelijke gezin meegemaakt.
Een (meestal ouder) kind kan dan de ouderrol op zich gaan nemen – ‘parentificatie’. Bij de gezinnen in het onderzoek was inderdaad vaak sprake van parentificatie, waarbij kinderen hun zorgende rol of controle over het broertje of zusje niet konden opgeven.Veel van de problematische kinderen hadden sterk het gevoel onrechtvaardig en slechter behandeld te zijn door het leven en door hun adoptieouders dan hun broers en zussen. Sommige kinderen waren diep gekwetst doordat een nieuw kind in het gezin kwam.

Dagelijks
Het dagelijks leven in de gezinnen met niet-normale broer-zus verhoudingen werd ook abnormaal: geen vrienden thuis, minder sociale activiteiten, sloten op de slaapdeuren. Broers en zussen leden onder de aanvallen van het kind naar hun ouders, kregen minderaandacht of werden zelf mishandeld of misbruikt.
Bij de breakdowns was de aanleiding eigenlijk altijd het geweld van het problematische kind tegen het adoptiegezin. In acht gezinnen was geweld tegen broers en zussen de directe aanleiding, in andere gezinnen triggerde het gebrek aan veiligheid van de kinderende beslissing.

Geen hulp
Opvallend en tragisch was dat ouders vaak voorafgaand aan de breakdown professionals en politie hadden ingeschakeld, maar dat deze de impact van het gewelddadig gedrag naar broers en zussen negeerden. Het lijkt erop dat de optie dat hulp voor broers en zussennoodzakelijk zou zijn, niet eens bij de hulpverleners opkwam.
Op het totaal van de in huis genomen kinderen is het risico van ongezonde broer/zus relaties misschien niet groot, maar gezien het effect op breakdown is het een belangrijke factor om mee rekening te houden.

Selwyn, J. (2019). “Sibling Relationships in Adoptive Families That Disrupted or Were in Crisis.” Research on Social Work Practice 29(2): 165-175.