Kennisflits 2020:4
‘Je moet het toen zo zwaar gehad hebben…’

Een opmerkelijk onderzoek liet zien hoe moeilijk het voor adoptieouders kan zijn om te praten over trauma’s in de voorgeschiedenis van hun adoptiekind. En bijna tegelijk kwam een artikel uit dat laat zien dat juist open communicatie gedragsproblemen kan voorkomen …..

Te pijnlijk
Skandrani vroeg 41 Franse adoptieouders naar de traumatische ervaringen van hun geadopteerde kinderen voordat ze in hun gezin kwamen. Traumatische ervaringen op jonge leeftijd kunnen namelijk een risico vormen voor een goede sociale en emotionele ontwikkeling. Meer dan de helft van de adoptiekinderen had voor hun adoptie traumatische gebeurtenissen zoals verlies, verwaarlozing of mishandeling, ongelukken of ernstige ziektes meegemaakt. Terwijl de adoptieouders goed en met inlevingsvermogen konden vertellen over trauma’s wanneer die ná de adoptie hadden plaatsvonden, bleek dat het moeilijk voor hen was om de nare gebeurtenissen te beschrijven die hun kind vóór de adoptie had doorgemaakt. De confrontatie met het trauma van hun kind riep verdedigingsmechanismes op bij de ouders, waardoor hun vertelling onnatuurlijk werd. Hun verhaal was bijvoorbeeld gevoelloos (12 x), het belang van het trauma werd ontkend (14 x), of het werd gepresenteerd als iets raars, iets dat misschien hoorde bij de andere cultuur (13 x). Achttien van de vierentwintig adoptieouders konden er ook geen logisch verhaal van maken – ze sprongen van de hak op de tak, lieten stiltes of stopwoordjes vallen, of hadden tics.

Het lijkt alsof de ouders zichzelf beschermen door afstand te nemen van het ondraaglijke. Maar als ze er niet over kunnen praten, kunnen ze hier dus ook niet open over communiceren met hun adoptiekinderen. Terwijl dat wel van wezenlijk belang is. Zoals het onderzoek van de Spaanse Alegret liet zien:

Open communicatie
Alegret onderzocht de invloed van open communicatie op gedragsproblemen bij geadopteerden tussen de 12 en 18 jaar oud. Meer dan een kwart van hen had traumatische ervaringen doorgemaakt voordat ze geadopteerd waren: zo was 32% mishandeld geweest en 27% was tijdens de zwangerschap blootgesteld geweest aan alcohol en/of drugs. Nu had 6% last van externaliserende gedragsproblematiek (zoals boosheid, agressie), 15% van internaliserende (angst, depressie, je terugtrekken), een klein deel had last van denkproblemen, sociale problemen en aandachtsproblemen. Traumatische ervaringen en gedragsproblematiek bleken met elkaar samen te hangen.
Maar: hoe opener de geadopteerden met hun adoptieouders konden praten, hoe minder deze gedragsproblematiek voorkwam! Hoeveel impact de trauma’s hadden werd sterk bepaald door de openheid in communicatie.
Alleen, juist de adolescenten die meer mishandeling hadden doorgemaakt, hadden minder open communicatie met hun ouders. En de meeste adoptieouders die niet aan het onderzoek wilden meedoen, wilden dit niet omdat ze niet wilden praten over de voorgeschiedenis van hun kind.

Extra lastig, maar belangrijk
Als we de beide artikelen naast elkaar leggen, dan zien we dat het voor adoptieouders moeilijk kan zijn om te praten over de trauma’s van hun adoptiekind voorafgaand aan de adoptie. Maar open communicatie is heel belangrijk, juist als er trauma’s hebben plaatsgevonden, want deze kunnen leiden tot gedragsproblemen waar de geadopteerde en familie veel last van kunnen hebben.
Beide artikelen benadrukken dan ook het belang van goede voorbereiding en hulp aan de adoptieouders over het belang om deze trauma’s wel onder ogen te zien, zodat ze het in openheid met elkaar kunnen bespreken.

En: wanneer dit speelt bij adoptiekinderen, is redelijkerwijs aan te nemen dat het ook bij pleegouders van belang is…….

Skandrani, S., et al. (2019). “The Impact of Children’s Pre-Adoptive Traumatic Experiences on Parents.” Frontiers in Psychiatry 10.
Alegret, I. A., et al. (2020). “Influence of Communicative Openness on the Psychological Adjustment of Internationally Adopted Adolescents.” Journal of Research on Adolescence 30: 226-237.